Het ware verhaal van hypancistrus sp. L250

Wij horen al heel lang over de hypancistrus sp. L250, en van zijn mysterieuze oorsprong tot zijn exorbitante prijs, intrigeert hij aquarianen nog steeds. In dit artikel zullen wij proberen de precieze geschiedenis ervan uit te leggen, geverifieerd en gekruist over de hele wereld.

Het begon allemaal in december 1997 toen er een foto gepubliceerd werd in het bekende Duitse tijdschrift DATZ. Deze foto, gepresenteerd door de heer André Werner, onthult aan de wereld een hypancistrus die rechtstreeks uit de Rio Iriri komt. Geadopteerd onder de naam L250, zal deze hypancistrus snel de droom worden van alle liefhebbers van zuignappen. De paar woorden die bij deze foto horen zijn de volgende:

“De loricariide meerval: De hier afgebeelde loricariide meerval, die ongetwijfeld tot het geslacht Hypancistrus behoort, komt van nature voor in de Rio Iriri, een grote westelijke zijrivier van de Rio Xingu (Para, Brazilië). De verwantschap met de soort is echter onduidelijk; hebben wij te maken met een onbeschreven soort of gewoon met een populatie van Hypancistrus Zebra? In ieder geval is de L250 (zo ver zijn we intussen gekomen!) zeker een van de spannendste meervalnieuwigheden sinds de invoer van vormen als de L177 of de L200. Transfish (Planegg, bij München) ontving de dieren in juni van dit jaar, maar de zending bevatte slechts acht exemplaren!”

Invoegsel gepubliceerd in 1997 in het decembernummer van het tijdschrift DATZ Aquarium

Zo vernemen wij dat de importeur Transfish, onder leiding van de heer Werner, in juni 1997 8 hypancistrus sp. L250 heeft weten te bemachtigen. Snel realiserend dat de vraagprijs op dat moment veel te hoog was voor de Europese markt, besloot Mr. Werner 7 van de 8 L250’s aan Japan te verkopen.

Vele jaren later, in 2009, werd de laatste L250 ook in Japan verkocht door deze importeur, die tegelijkertijd met pensioen ging. Dit laatste exemplaar werd verkocht aan An Aquarium voor het bescheiden bedrag van 4000€. Dit bedrag schokte veel mensen in die tijd. In werkelijkheid was 4000€ een veel te lage prijs voor deze soort vis, het enige probleem was dat deze vis al oud was. Toen het in 1997 in Duitsland aankwam, was het al rijp en had het ongeveer 5 jaar oud moeten zijn, wat het in 2009 17 jaar oud maakt. Deze vis was dus niet langer een “kweker”. Het is ook belangrijk te vermelden dat het “mopskopf” was (platte kop vervorming), zoals de foto’s hieronder kunnen getuigen. Dit kenmerk was nog nooit eerder bij een wild individu vastgesteld.

Foto’s gepubliceerd in 2009 door An Aquarium op hun website.

Toen de heer Werner de hypancistrus L236 en L250 introduceerde, was de oorsprong van beide soorten de Rio Iriri. Dit leidde tot grote en ambitieuze expedities naar het gebied gedurende verscheidene jaren. Uiteindelijk werd bewezen dat er in dit gebied geen L236, L250 of zelfs L46 was. In de aquariumwereld is het gebruikelijk dat vissers valse informatie geven over de plaats waar zij gevangen zijn. Deze praktijk stelt hen in staat nieuwe soorten van andere vissers te behouden en zo de prijzen te verhogen.

Hybride of mutant? De twee theorieën strijden elkaar …

De eerste van de twee theorieën is dat L250 het resultaat is van meervoudige kruisingen tussen hypancistrus, wat de 8 bekende exemplaren zou hebben gegeven.

Het tweede is dat hypancistrus sp. L250 eigenlijk een Zebra L46 hypancistrus mutant is, zoals L98. Deze theorie is aannemelijk, gezien de sterke gelijkenissen in de ogen van deze twee soorten. Bovendien heeft L250 ook blauwachtige accenten in de vinnen, net als L46. Laten we niet vergeten ook de hypancistrus L173 te vermelden, die heel dicht bij een niet-stabiele variant van Zebra L46 staat.

Foto gepubliceerd in 2021 door Jeroen Van Ranst op Facebook.

Aangezien wij na de publicatie van An Aquarium nooit meer een afbeelding van de L250 hebben gezien, mochten wij denken dat er geen reproducties van de 8 Japanse exemplaren waren en dat wij deze soort nooit meer zouden zien. Totdat, in 2011, een Taiwanese aquariaan een foto deelde (die wij om auteursrechtelijke redenen nog niet kunnen onthullen) van een volwassen vis die sterk op de hypancistrus L250 lijkt.

Deze vis is vermoedelijk een wild exemplaar dat in 2011 werd ingevoerd en als L46 Thin line werd gekocht. Het L250 patroon ontwikkelde zich toen de vis volwassen werd. Deze foto betwist de hybride L250-theorie en geeft een toenemende legitimiteit aan de L46-mutatietheorie.

Het lijkt erop dat de juvenielen uit reproducties van deze vis met een Zebra hypancistrus er allemaal als normale L46’s zouden uitzien. Betekent dit dat het patroon niet wordt doorgegeven? In ieder geval hebben wij nooit foto’s of artikelen gezien over L250 juvenielen.

Wij kunnen dus concluderen dat de 8 volwassen individuen die Transfish in 1997 heeft ingevoerd in feite een zeer zelden gevangen mutatie waren van de beroemde hypancistrus zebra L46.

Foto gepubliceerd in 2020 door CV Bellenz op Facebook.

Bronnen : DATZ Aquarium, AMAZONAS Magazine, Aquapanda, L-welse.com, Felix Guder.